De Digital Compact Cassette (DCC) is een digitale variant op de Compact Cassette, geïntroduceerd in 1992 door Philips en Matsushita (Technics/Panasonic).
De DCC was bedoeld als een digitale audio-geluidsdrager zonder de analoge cassette te vergeten. Een DCC speler kan DCC-tapes opnemen en afspelen, en bovendien analoge cassettes afspelen – maar dus niet opnemen. Net als bij de compact cassette werd er gebruik gemaakt van stilstaande koppen. De omkeerbare band had per kant 9 parallele sporen met digitale audio-informatie.
Het PASC systeem (Precision Adaptive Sub-band Coding) zorgde voor de (lossy) compressie van het signaal, en SCMS (Serial Copy Management System) werd toegepast als kopieerbeveiliging.
De DCC heeft niet lang bestaan. Het had heftige concurrentie van de MiniDisc (Sony). Met name de lange zoektijden werd als nadeel van het systeem genoemd, hoewel de gebruikte compressie beter werd geacht als die van MiniDisc.
Met name de opnembare cd’s (cd-r) en software-formaten (mp3) zorgden ervoor dat Philips op 31 oktober 1996 de handdoek in de ring gooide met DCC