PAL (Phase Alternating Line) is de Europese standaard die wordt gebruikt voor analoge kleurentelevisie-uitzendingen. Een PAL-televisiebeeld in Europa bestaat uit 576 zichtbare lijnen plus een aantal onzichtbare lijnen, in totaal 625 lijnen per beeld. Er worden 25 van deze beelden per seconde opgebouwd, de lijnfrequentie wordt daarmee 15625 Hz, de karakteristieke fluittoon van televisies die men als adolescent (iem. tussen de 15 en 20 jaar) nog kan horen.
De belangrijkste tegenhangers van PAl zijn NTSC en SECAM.